Onderzoekslocatie 3, “De Geerlingskuil”
Auteur MaasBandProject team
In het zuidelijke deel van de te graven nevengeul ligt de Geerlingskuil. De naam is een toponiem gegeven door mensen om een laagte aan te duiden. Het is een (beboste) afvoerloze laagte ten zuiden van Maasband op het uiteinde van de Veldschuurdijkweg en de Nieuwe Dijkweg.
Het onderzoek bestaat uit een relatief brede proef- en profielsleuf dwars over het zuidelijke deel van de Geerlingskuil voor zover deze binnen het plangebied ligt. Er dient zowel een vlak- als profieldocumentatie plaats te vinden.
In het rapport van het MaasBandProject betreft dit onderzoekslocatie 3, in geel aangeduid op afb. 1.
Afb.1. Onderzoekslocatie 3 in geel aangegeven in het zuiden van de te ontgraven nevengeul (contouren van de nevengeul in rood). De gestippelde lijnen geven de andere onderzoekslocaties weer.
De laagte staat aangeduid op de Tranchotkaart uit 1806. De oudste presentatie als poel van de Geerlingskuil is te vinden op RAL_kaart 124 uit 1686 waaruit blijkt dat die van vóór 1686 dateert.
Afb. 2a. Tranchotkaart uit 1806, (de Geerlingskuil in de rode cirkel) Afb.2b. RAL_kaart 124 uit 1686, (de Geerlingskuil in de rode cirkel)
Op een recente AHN-afbeelding is te zien dat de laagte een terrasvormige structuur vertoont. Deze terrasvormige structuur is het werk van de firma L'Orty wat hier ongeveer 40 jaar geleden een crossbaan heeft aangelegd.
Over de functie en exacte ouderdom van de kuil zijn geen gegevens voorhanden.
Afb.3. AHN hoogtekaart met de driehoekige Geerlingskuil.
Op het moment dat het kadaster in 1842 dit gebied gedetailleerd in kaart bracht werd het door de plaatselijke aanwijzers en de burgemeester aangeduid als poel en was toen 50 x 40 meter groot.
Eigenaren waren toen de gemeente Stein en de gemeente Elsloo waarbij de grens dwars door de Geerlingskuil liep.
Afb. 4 Rivierenkaart sectie Stein, de grensscheiding gaat door de Geerlingskuil heen.
Afb.5. De huidige Geerlingskuil op het uiteinde van de Veldschuurdijk. Zicht vanaf de Veldschuurdijk in westelijke richting.
Foto R. Paulussen 18 december 2019
Menselijk handelen of de natuur
De laagte ligt centraal binnen het zuidelijke deel van de Oeverendijkgeul te midden van oude stroomgeulen die eveneens op het AHN-hoogtebeeld nog waarneembaar zijn. Hierdoor kan de laagte in oorsprong een erosief kolkgat zijn dat is ontstaan bij extreem hoogwater of tijdens de actieve fase van de Oeverendijkgeul. De Geerlingskuil is een afvoerloze natte laagte op de westelijke plangrens ten zuiden van Maasband. De huidige laagte heeft een diameter van ruim vijftig meter en een maximale diepte van circa vijf meter. De laagte dateert in elk geval van vóór 1686. Mogelijk is er materiaal gedolven voor de constructie/versteviging van dijken, met name de Veldschuurdijk. Maar het is slechts een aanname aangezien de dijk meer materiaal bevat dan er gedolven kon worden uit de laagte. De laagte kan in het verleden als afval dumpplek hebben gefungeerd waardoor in de laagte goed geconserveerde (an)organische materiële resten voorkomen die inzicht kunnen bieden in de geschiedenis van Maasband en/of de nederzettingen Veldschuur/Meers.
Is de Geerlingskuil een wiel ontstaan door een dijk- of oeverdoorbraak?
Hoe ontstaat een wiel?
Afb. 6. Situatie-strip, boven het bovenaanzicht en onder het zijaanzicht
Als de Geerlingskuil het resultaat is van een dijkdoorbraak komen enkele vragen op;
- waar is het restant van de dijk aan de noordzijde van de kuil?
- waarom werd de dijk niet hersteld?
- dacht men dat de dijk niet het herstellen waard was en bouwde men als reactie elders een andere dijk?
Op kaarten uit de 19de eeuw (afb.6) loopt de Klauwendijk/Veldschuurdijk (aangegeven met blauwe pijlen) dood tegen de Geerlingskuil (rode cirkel).
Afb. 7. De Tranchotkaart, Minuutkaart en Rivierenkaart welke als betrouwbare kaarten worden beschouwd.
Op de Ferrariskaart uit de 18de eeuw is dit anders, hierop wordt geen Geerlingskuil ingetekend en wordt de dijk doorgetekend tot aan de Maas (aangegeven met rode pijlen).
Afb. 8. De Ferrariskaart , uitsnede Maasband
De Ferrariskaart is echter een onbetrouwbare kaart, Dit blijkt uit een artikel in Caert-Thresoor 2014-3 geschreven door Soetkin Vervust en Stijn Tallir.“De Belgische provincie Limburg op de Kabinetskaart van Ferraris (1770-1778)
Rond 2001 heeft RAAP 34 boringen gedaan in het Maasbanderveld [2]. Diverse boringen vonden plaats op plekken die men als voormalige stroomgeul of kronkelwaardgeul bestempeld.
Afb.9. AHN afbeelding 2021 met hierop de boringen van RAAP.
Boringen 5 en 6 zitten in een geul en bevinden zich vlakbij de Geerlingskuil.
Als die geul een maasloop is geweest zou het ontstaan van de Geerlingskuil daaraan mogelijk gerelateerd kunnen zijn. Het versterkt de mogelijkheid van een doorbraak waarbij de Geerlingskuil als wiel kan zijn ontstaan.
[2] bron: Raap-rapport 753, 2001.
De naam Geerlingskuil.
De naam Geerlingskuil kan meerdere bronnen hebben. Een mogelijkheid is te veronderstellen dat Geerling de naam is van een persoon die de eigenaar is geweest van het perceel of de kuil. Echter kan in het archief van Stein kan hierover niets gevonden worden. Daarnaast en waren de gemeente Stein en Elsloo de eigenaren in 1842.
Een andere benadering is de betekenis van de naam.
De betekenis van geer[3] (zn) is ‘schuin lopend stuk land, schuin toelopende strook’. Als we deze betekenis naast de AHN hoogtekaart (afb. 10) leggen kan er een gelijkenis getroffen worden.
Wellicht heeft de naam Geerlingskuil met de kenmerken van de kuil te maken en komt de betekenis van 'geer' het dichtste bij voor een verklaring van de naam.
Afb.10. AHN hoogtekaart waarbij de kleuren de hoogtes aangeven.
Hoe donkerder de kleur, hoe dieper het gebied. De Geerlingskuil heeft hierop een donkere blauwe kleur.
In het schepenbank register van de Heerlijkheid Elsloo is een document gevonden uit 1462 waarin een limietbeschrijving van deze Heerlijkheid van toen staat beschreven. Daarin staat o.a. dat de grens van Elsloo liep van de Blauwen Steen (de Vijfheren grenspaal) naar Meertens Gheer. Navraag bij historisch geschoolden leert dat Meertens afkomstig zal zijn van Martinus en dat die eigenaar/pachter was van een gebied in de vorm van een Gheer (een geer zoals hiervoor werd beschreven)[4].
Weshalve de conclusie getrokken mag worden dat Meertens Gheer als benaming door mensen in de loop der tijd (na 1462) werd verbasterd tot Geerlingskoel.
In 2016 is er herziening bestemmingsplan gemaakt door het Consortium Grensmaas.
Dat leidde ertoe dat er in 2017 een herontwerp is gemaakt, ook rond de Geerlingskuil. Het eerdere bestemmingsplan doorsneed de Geerlingskuil enkel in het zuidelijk deel. Het nieuwe bestemmingsplan heeft de stroomgeul verlegt naar het noorden waardoor er een meer grondig onderzoek kan plaatsvinden voor de Geerlingskuil.
[3] bron: etymologie.nl
[4] informatie van Har Wijnen op basis van onderzoekingen in het Steins Digitaal Archief bij SES.
Onderzoeksvragen:
• Wat is de ontstaanswijze van het object?
• Wat was de functie van het object nadat het is geconstrueerd?
• Wat is de ouderdom van het object?
• Komen in het object antropogene materiële resten voor die inzicht bieden in de geschiedenis van Maasband?
• Komen in het object lagen voor met mogelijk relevante paleoecologische resten die inzicht bieden in het diachrone bodemgebruik rondom het object?
• Heeft het object na te zijn geconstrueerd/ontstaan als een sedimentval met een hoge resolutie (micro)stratigrafie gefunctioneerd?
• Waarom is de laagte niet verder dichtgeslibd dan nu het geval is?
Locatie 3 is reeds onderzocht, een samenvattingsfilmpje kan men bekijken op onze media pagina,
Locatie 3