Auteur MaasBandProject team
Onderzoekslocatie 4 ligt in het zuidelijk deel van de te graven nevengeul. De historische Veldschuurdijk (zie afb.2) wordt op de aangegeven locatie gedeeltelijk verwijderd ten behoeve van de aanleg van de nieuwe nevengeul. Dit biedt een goede kans voor veldonderzoek om meer van dit oude dijklichaam te weten te komen.
Afb.1. Onderzoekslocatie 4 in geel aangegeven in het zuiden van de te ontgraven nevengeul
(contouren van de nevengeul in rood). De gestippelde lijnen geven de andere onderzoekslocaties weer.
De Veldschuurdijk (voorheen Steinderdijk of Klouwendijk) is een historisch dijk-/weglichaam dat als
waterkering is aangelegd vanuit Meers in westelijke richting tot aan de huidige Geerlingskuil. De huidige verbinding van Meers met Maasband via de Veldschuurdijk dateert pas uit 1876 met de bouw van de Nieuwe Dijk.
De Veldschuurdijk dateert blijkens historisch kaartmateriaal van vóór 1612 en vormde destijds grotendeels de grens tussen de heerlijkheden Stein en Elsloo.
De lengte binnen het plangebied die wordt afgegraven bedraagt circa 55 m.
De kruin van de dijk ligt op meer dan 38 m +NAP. De dijkhoogte ten opzichte van het omringende maaiveld bedraagt 2,5 tot 3 m. De kruin is circa 3,5 m breed. Aan beide zijden van de dijk zijn laagtes zichtbaar waarvan het ontstaan en functie onbekend zijn. De vraag is in hoeverre deze laagtes aan weerszijde historisch gezien samenhangen met de aanwezigheid van de Veldschuurdijk.
Afb.2. De Veldschuurdijk (B) en de Nieuwe Dijk (A) ingetekend op een satellietfoto (2018),
onderzoekslocatie 4 is in geel ingetekend.
Het veldonderzoek bestaat uit een minimaal 4 m brede proef- en profielsleuf dwars over het dijklichaam waarbij de zones naast het object worden meegenomen in het profiel. Er dient zowel een vlak- als profieldocumentatie plaats te vinden. Door middel van het onderzoek van het dijkprofiel zal worden getracht om het ontstaan en de constructie van deze oude dijk te achterhalen.
Bij deze onderzoekslocatie staat centraal hoe de mens zich in het verleden tegen het water wist te weren door middel van dijken. Om die vraag te beantwoorden is het van belang te weten wanneer de Veldschuurdijk is aangelegd, en of dat inderdaad als dijk was. Hoe verhield deze dijk zich tot de andere dijken waarmee de Maasbanders zich tegen de Maas wilden beschermen? Welke gedachte zat daar achter? Het onderzoek is daarom zo interessant omdat de dijk relatief oud is. Hij kan ons informatie opleveren hoe men in het verleden dijken aanlegde. Die informatie kan ons ook in het heden helpen beter te begrijpen hoe de mens in het verleden met de rivier is omgegaan. Die kennis kan ons misschien ook helpen nieuwe ideeën voor de toekomstige omgang met de rivier te ontwikkelen.
Onderzoeksvragen:
•Betreft het object daadwerkelijk een aangelegde waterkerende dijk en waaruit blijkt dit?
•Zo nee, wat is de ontstaanswijze en functie van het object?
•Hoe is het object geconstrueerd?
•Is er sprake van een diachrone fasering in de constructie van het dijklichaam?
•Welke begroeiing heeft het object gekend?
•Is het object vóór 1876 (periodiek) gebruikt als weg?
•Hoe oud is het object?
•Zijn er verschillen in bodemgebruik geweest tussen het gebied ten noorden en ten zuiden van het
object?
•Zijn de lineaire laagtes aan weerszijde van de voet van de dijk gegraven ten behoeve van de winning
van dijkconstructiemateriaal (kleiwinning)?
•Zijn er verschillen in alluviale sedimentatie geweest tussen het gebied ten noorden en ten zuiden van
het object?
•Bestaat er een (historisch-functioneel) verband met de Geerlingskuil?