MaasBandProject
2019 - 2025

De geschiedenis van het Maasbanderveld 


auteur: Har Wijnen

- Inleiding

Al vaker is de Tranchotkaart bekeken om te achterhalen of de historische Maaslopen aan te duiden zijn. Door de aandacht op het grondgebruik rond Maasband te richten en de opname door Tranchot als een tijdsbeeld van dat grondgebruik te gebruiken, krijgen we misschien een duidelijker beeld van de oude Maaslopen.
Mogelijk zijn er wel typerende manieren van bodemgebruik te zien die een aanduiding kunnen zijn voor de aanwezigheid van mogelijke historische Maaslopen.
Afhankelijk van de soort grond, gebruikte men de bodem voor verschillende doeleinden. Dit inzicht is door ervaring geleerd en moest leiden tot nuttige opbrengst, voor consumptie of als handelswaar.

- Verschillend grondgebruik Maasbanderveld en omgeving

Op de Tranchotkaart is weergegeven dat er verschillende gebruiksvormen zijn per gebiedsdeel, in de omgeving van Maasband en zelfs in het Maasbanderveld. De verschillende bodemgebruiken kunnen duiden op verschillende Maaslopen in de buurt van het Maasbanderveld.  Misschien ook nog van de aanwezigheid van dichtgeslibde stroomgeulen en stroomruggen. Welke verschillende grondsoorten zouden er kunnen zijn?  Klei, leem, zavel, zand en grind leveren grondstructuren op die een gevarieerd bodemgebruik toelaten.

Kijken we naar de Tranchotkaart van rond 1806 dan zien we daarop divers grondgebruik aangegeven nabij Maasband.

afb.1: Links de Tranchot kaart 1806, grondgebruik Maasband, Ouseren Veld en Maasbanderveld.

- Het Ouseren Veld

Het toponiem ‘Ouserenveld’, ligt noordelijk van het Maasbanderveld, kan afgeleid zijn van het lokale dialectwoord oese = nat land (bron: Spamer, 2013). In dit soort rivierdalen stonden vaak (knot)wilgen.  Bij dit gebiedsdeel staat op de Tranchot kaart echter akkerbouw (aangegeven met T) aangetekend (zie afb. 1). Een mogelijke oorzaak van die verandering is dat door latere overstromingen van dat gebied de leemlaag dik genoeg werd om akkerbouw toe te passen. Onderzoek kan dit boven water (!) krijgen.

- Het Maasbanderveld

Hooiland, aangegeven met de P (Frans: Pâturage) komt op drie plekken in het Maasbanderveld voor. Dat kan te maken hebben met de mogelijkheid dat in het oostelijk en het zuidelijk gebied sprake kan zijn geweest van een oude Maasloop.
Het westelijk gelegen hooigebied is de aanwas die tussen 1510 en 1560 is ontstaan en bestond uit grind en zand waarop slechts weinig kon groeien.
De Tranchotkaart is in dat gebied niet nauwkeurig, er is sinds 1560 steeds een ruime vergroting van de aanwas ontstaan. Het Maaswater bleef daar langdurig aanwezig. De verdieping manifesteerde zich in de breedte als een gebogen buis waarop moeilijk hooi te telen viel. (Knot)wilgen gedijen goed in vochtige grond dus die konden daar geplant worden.

afb. 2: De rivierkaarten uit 1847/1848 (kaarten 4 Steyn en 5 Berg aan elkaar zijn geplakt voor een beter beeld rond Maasband) laten divers grondgebruik in en nabij het Maasbanderveld zien.

- Weergave van grondgebruik volgens de rivierkaarten uit 1849

Op de rivierkaarten uit 1849 is divers grondgebruik in en nabij het Maasbanderveld aangegeven, bijvoorbeeld de griend aanwas noordelijk van de huizen van Maasband en Leutherhoekgebied.
Het Maasbanderveld, Wouters Bamp en Hoxweerd zijn als bouwland aangegeven.
In het oostelijk deel van het Maasbanderveld zijn twee percelen getekend met opgaand hout (jonge bomen). De legenda bij deze kaart is niet zo gedetailleerd om meer duidelijkheid qua grondgebruik te krijgen.

- Bouwland als hoofdgebruik van het Maasbanderveld

In de kadastrale Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT), de eerste kadastrale registratie uit 1842 van de rechthebbenden van de percelen in het Maasbanderveld, is het merendeel van de percelen van het Maasbanderveld in gebruik als bouwland.
In afbeelding 3 staan op het eerste blad van de OAT de eigenaren beschreven van de percelen gelegen in het Maasbanderveld  (hier staat ‘Maasband Veld’).

afb. 3: Bron: RHCL.nl Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels, men leest op deze bladzijde dat het bijna uitsluitend bouwland is, één perceel is als tuin in gebruik.

Let men op de woonplaats van de eigenaren dan is te zien dat van de dertig getoonde percelen er zeven afkomstig zijn uit Maasband en éénentwintig uit Stein en Meers. Slechts twee eigenaren waren afkomstig uit Elsloo, één was graaf de Geloes. De OAT doornemend valt te constateren dat dit gebied 101 percelen bevatte.
Zo’n verdeling over diverse woonplaatsen deed zich ook al in 1561 voor. Waarschijnlijk was rond 1561 het gebied te groot  voor de landbouwers afkomstig uit Maasband. Zij konden dit hele gebied niet zelf bewerken en zo hebben landbouwers uit aanliggende dorpen percelen tot hun beschikking gekregen.
In 1842, toen deze OAT door het kadaster werd opgemaakt, was het gebied klaarblijkelijk nog steeds te groot voor de Maasbandse landbouwers. Dit is mogelijk te verklaren dat er nog geen mechanische landbouw hulpmiddelen beschikbaar waren.  Tussen 1561 en 1842 groeide het aantal landbouwers in Maasband niet. Het aantal levende Maasbanders heeft op een bepaald tijdstip nooit meer dan 150 bedragen.

- Vorm van de percelen

Het Maasbanderveld  was al rond  1500 in langwerpige percelen met nagenoeg gelijke breedte verdeeld (zie afb.4).
Uit de schetsen valt mogelijk af te leiden dat die percelen  in gebruik waren als bouwland en hooiland.  Andere schetsen vertonen personen die spades en hooivorken meedragen en eentje waarschijnlijk met een pootstok. De schetsen werden in 1561 gemaakt en alvorens te bezorgen bij het Rijkskamergerecht te Spiers door getuigen als de waarheid bestempeld.

afb. 4a. Deze schets hoort bij de beschrijving van de Luikse archivaris Poncelet over een ruzie over aanwas door de Maas aan de oevers van Maasband.

Onderzoeksvragen kunnen zijn: Is het grondgebruik correct weergegeven, is te achterhalen of er ander gebruik van de gronden in dit gebied aanwezig was en waarom heeft men de grond daarvoor gebruikt.

afb. 4b. Deze schets hoort bij de beschrijving van de Luikse archivaris Poncelet over een ruzie over aanwas door de Maas aan de oevers van Maasband, hier werden boeren met een spade, hooivork en pootstok getekend.

- Overstromingen

In de geschiedenis van het Maasbanderveld dient nog plaats te worden gemaakt voor de over-stromingen van de Maas, en ook het kwelwater, die beide steeds overlast veroorzaakten.

afb. 5a Overstroming van de Maas begin 1970, luchtfoto 1-1-1970 inventaris D1-05-001 RWS 474700

Van het zuiden uit meandert de Maas om Maasband heen naar het noorden (zie afb.5a). Vanuit het noorden komt het water terug via oude Maaslopen richting het Maasbanderveld. Bij veel watertoevoer komt aan de noordkant van de Oeverendijk en Dijkweg het water omhoog.  Ook is te zien dat de Maas aan de noordkant van Maasband de sleuf in de aanwas van 1561 vol water stroomt. Het Maasbanderveld en de Maasbanderkerkweg richting Stein zijn nog watervrij. Westelijk van Maasband is te zien dat de Maas sterk stroomt in de nog aanwezige geulen van het  Maasbander Beempt in België. De grind uitgraving schijnt nog te moeten beginnen daar.

afb.5b Overstroming van de Maas 1993, foto van RWS inv.nr.8345-083 DWW-010014

De Maas bereikte in 1993 een veel hogere stand dan in 1970, (zie afb.5.).

Aan de westkant van Maasband is de weg op de oever in België niet meer te zien. Ook de aanwas uit 1561, noordelijk van Maasband, staat nagenoeg geheel onder water. Zelfs  over de straten en erven in de kern van de bebouwing loopt  water. De huizen van Maasband vlakbij de Maas zijn op het hoogste punt gebouwd.

Het Maasbanderveld staat op het middendeel na onder water. De Oeverendijk komt nog net boven het water uit. Meer noordelijk, richting Urmond, ligt de dijk onder water. De Maasbanderkerkweg is nog watervrij maar verder naar het oosten, richting Stein, nabij de wei van de schutterij van Stein, loopt het water over.
De Nieuwe Dijk ligt nog boven water en komt uit op de Veldschuurdijk. De wens van de Maasbanders in 1873 om met droge voeten de Kerk en de school in Stein te kunnen bereiken is in 1875 gerealiseerd  en heeft in 1993 weer z’n nut bewezen. Het zuidelijkst gelegen huis op de oever ligt het hoogst. Het is gebouwd in 1561 en valt onder de Monumentenwet.

- Maasbanderveld als geschiedenis

De geschiedenis van het Maasbanderveld wordt afgesloten door het uitgraven van de nevengeul om Maasband. Zoals het landschap er minstens vanaf 1500 heeft uitgezien, maar waarschijnlijk al eerder, zal verdwijnen. De Maas stoomde toen oostelijk van Maasband, zijn loop verplaatste naar het westen en de nevengeulen en de riviergeul van de Maas in het Maasbanderveld werden opgevuld. Het MaasBandProject gaat op locatie Maasbanderveld historisch geografisch onderzoek uitvoeren om de nog niet gekende historie te leren kennen voordat de bovengenoemde werkzaamheden beginnen.

- Ontwikkeling van de nederzetting

Blijft over de vraag waarom mensen een gebied uitzoeken, gekenmerkt met de toponiemnaam de Maesbempt, de Maasbampt om te gaan wonen. Uiteindelijk wordt dat een nederzetting die Maas-band wordt genoemd.  Dat gebied moet toch altijd al behoorlijk veel last van de Maas hebben gehad als die weer eens veel  tot zeer veel water moest afvoeren. Waarbij het water zo hoog kwam dat de oevers overstroomden. De later aangelegde dijken konden het gevaar soms niet keren en braken door zoals ook bij Maasband richting Vucht (BE) gebeurde,

Om de geschiedenis van het Maasbanderveld nog uit te breiden is het nodig te vermelden dat de Staatmijn Maurits te Geleen het plan had het Maasbanderveld en de omgeving te gaan gebruiken als dumpplaats van afval van de mijnbouw.
Het is moeilijk voor te stellen dat men nabij een gehucht, met toendertijd 140  bewoners, de omgeving  zou gaan bederven met steenbergen van 30 tot 50 meter hoog.
De Staatsmijn had daarvoor de percelen al opgekocht. Later is van dit bergingsplan afgezien en heeft men de percelen weer terug verkocht.




 
 
 
E-mailen
Map
Info