Op vrijdag 28 juli 2023 bracht een aantal onderzoekers, onder leiding van
prof. F. Lehmkuhl werkzaam aan RWTH Aachen University, een werkbezoek aan het MaasBandProject. De universiteit in Aachen houdt zich al langere tijd bezig met riviermorfologie. Zij zijn in ons project geïnteresseerd omdat wij uitgebreid onderzoek doen naar de oude Maaslopen. Bij eerdere bezoeken zijn al een aantal grondmonsters door RWTH Aachen University genomen voor dateringsonderzoek van Maasafzettingen.
Gestart werd met een terreinbezoek aan een viertal onderzoekslocaties in het zuidelijke deel van het projectgebied rondom de Geerlingskuil. Tijdens de wandeling werden meerdere bodemprofielen bekeken en werd gediscussieerd over de geologie en de onderzoeksmethoden zoals de bemonstering voor ouderdomsbepaling van Maassediment met behulp van de OSL-methode (Optical Stimulated Luminescence).
Foto 1. Discussie over een geologisch profiel aan de Maas waar op dat moment veel oeverzwaluwen hun nest hadden (rechts op de foto). De vogels maakten gericht gebruik van een specifieke zandlaag in de wand om hun nestholen uit te graven. (foto Wim Hendrix)
Luminescentiedatering is in de jaren 50 van de vorige eeuw ontwikkeld voor het dateren van aardewerk. De moderne methode - Optisch geStimuleerdeLuminescentie (OSL) datering - is circa twintig jaar geleden ontwikkeld. OSL datering berust op het verschijnsel dat kwarts- en veldspaatkorrels onder invloed van natuurlijke radioactiviteit in de loop van de tijd meer en meer energie opslaan. De energie komt vrij als zichtbaar licht bij verhitting of verlichting. De hoeveelheid vrijgekomen licht is een maat voor de stralingsdosis die de korrel opgelopen heeft sinds de laatste keer in de zon. Daarmee vormt het een klok die aangeeft hoe lang geleden een bodemdeeltje aan zonlicht is blootgesteld en dus hoe lang geleden het sediment is begraven. De methode is toepasbaar tot ongeveer 150.000 jaar terug, en heeft een nauwkeurigheid van 5 tot 10% van de leeftijd.
Bij het nemen van een monster moet er goed op worden gelet dat het te dateren monster niet aan het zonlicht wordt blootgesteld.
OSL monsters worden ongeroerd en zonder blootstelling aan het zonlicht genomen door een buis (20 cm lang en 5 cm diameter) in een te onderzoeken bodemlaag te slaan. Men sluit de buis dan af met een dop en graaft de buis uit. De zijde die uitgegraven is wordt vervolgens ook direct afgesloten met een dop, zodat er geen licht en vocht binnen kunnen dringen.
Deze OSL-dateringsanalyses kunnen via de universiteit uit Aachen uitgevoerd worden in een specialistisch onderzoekslaboratorium in Hannover.
Na afronding van het veldbezoek werden tijdens een gezellige lunch bij Brasserie Ut Bakkes in Maasband, waar het Aachense team voor de eerste keer zeer tevreden kroketten en poffertjes nuttigde, de onderlinge banden verder aangehaald.
In de middag werd er in het Archeologisch Museum in Stein nader overlegd over het project en de wijze van samenwerken. Na een algemene presentatie over de diverse onderzoeksthema’s van het MaasBandProject werden de vier bezochte onderzoekslocaties verder in detail besproken. Een studente fysische geografie zal de samenwerking tussen het project en de universiteit coördineren. Zij zal in oktober zorg gaan dragen voor de nog uit te voeren bemonstering, de OSL-analyses en de rapportage van de resultaten. Gestreefd wordt naar de publicatie van één of meerdere wetenschappelijke artikelen die geschreven zullen worden in het kader van het samenwerkingsverband tussen de RWTH Aachen en het MaasBandProject. Wij zullen u hierover later verder informeren.